Incontinentie (fecaal en urine) is het gevolg van een zwakte van de kringspieren die niet optimaal worden aangestuurd vanuit het zenuwstelsel. Dit kan het geval zijn na een zwangerschap, maar ook als gevolg van blokkades of scheefstand van de stuit, waar de zenuwen die naar de kringspieren lopen vandaan komen. Na een dwarslaesie of andere neurologische aandoening kan de incontinentie onherstelbaar zijn.

Urgentie incontinentie is bijvoorbeeld een vorm van incontinentie die voor kan komen bij fixaties van de bekkenorganen. Door de constante trekkrachten op de blaas wordt dit door het zenuwstelsel geïnterpreteerd alsof de blaas vol zit. Een lichte vulling met urine geeft veel rek op de blaas, waardoor de patiënt het gevoel heeft snel naar het toilet te moeten.

Bij herhaaldelijke blaasontsteking spelen meestal meerdere oorzaken een rol.

Als gevolg van een bewegingsverlies aan het bekken, de wervelkolom, darmen en/of organen in het bekken kunnen doorbloedingsstoornissen ontstaan. De lokale afweer schiet hier uiteindelijk tekort. Ook kan de gehele weerstand te laag zijn en komt telkens weer de bacterie de kop opsteken. Belangrijk hier te weten is dat de weerstand voor 80% uit de darm komt. Hierbij leveren ook stress, te weinig nachtrust, een overmaat aan medicatie en slechte eetgewoontes (suiker) een grote bijdrage.

Tijdens de zwangerschap en gedurende het geven van borstvoeding komt het hormoon relaxine vrij in de bloedsomloop. Dit zorgt ervoor zorgt dat de bandstructuren rondom het bekken en lage rug verslappen. In een gezond, evenwichtig lichaam behoort dit geen klachten te geven.

Door een bekkenscheefstand, een gekantelde baarmoeder of andere blokkades elders in het lichaam kan de zwangerschap, welke een grote prestatie is voor het lichaam, een dermate onbalans veroorzaken met bekkenklachten als gevolg. Tevens kan de bevalling zelf een scheefstand van het bekken veroorzaken doordat er tijdens de bevalling grote krachten worden uitgeoefend op de stuit, het schaambeen, de onderrug, heupen en liezen.

Klachten voor, tijdens of na de menstruatie kunnen ontstaan door verstoringen in het lichaam op hormonaal gebied. Hierbij speelt de functie van de lever een grote rol in het afbreken van de hormonen. Tijdens de cyclus is er een opbouw van baarmoederslijmvlies en tijdens de menstruatie een afstoting. Deze verandering van omvang van de baarmoeder veroorzaakt een kanteling. Deze kanteling kan verstoord raken door fixaties na operaties of (blaas-)ontstekingen van de omliggende darmen, blaas of baarmoeder zelf. De verminderde beweeglijkheid in dit gebied heeft ook een negatieve invloed op de doorbloeding en bezenuwing van de baarmoeder.